Leidse Biologen 1965

Paul Luiten

Studie

Bepalend voor deze bioloog was, zoals gebruikelijk, de doctoraalfase van de studie, want die bepaalde toch de belangstelling voor de richting van het vak. Voor mij was dat het met name zenuwstelsel, maar ook de medische biologie (hoewel dat toen nog niet zo heette) die ik opdeed bij de afdeling Parasitologie. André Deelder was toen een voorlijke student, die bij het Lab voor Tropische Geneeskunde aan het Rapenburg al een promotieonderzoek deed, terwijl de meeste van ons rustig aan ‘studeerden’ (voor mij ruim onderbroken door langdurig rugzaktoerisme naar Iran en Afghanistan, kon toen nog).

Bij André heb ik een van mijn doctoraalstages gedaan aan de immunologie van Bilharzia infecties. Mooie tijd, veel van André opgestoken.

Mijn andere belangstelling ging zoals gezegd uit naar hersenen en zenuwstelsel. Voor dat vak onderzocht ik bij Jaap Dubbeldam op het Zoölogisch Lab de trigeminuszenuw bij de Wild Eend.

Oktober 1972 verkreeg ik mijn doctoraaldiploma, trouwde ik met Liesbeth Ruijs.

Werkzaamheden

Na een wat onduidelijke zoektocht naar een zinvolle baan, begon ik in maart 1973 aan een ZWO promotiebaan bij de Rijksuniversiteit Groningen aan reflexkringen in de karper! In die tijd ook nog actief op andere terreinen en in december 1973 werd dochter Titia geboren en in juni 1977 zoon Laurens.

In oktober 1978 in Groningen gepromoveerd bij Ton Lohman, hoogleraar Anatomie van de VU Amsterdam. Daarna ruim een jaar postdoc onderzoek in San Juan, Puerto Rico aan het visuele systeem in de hersenen van de haai, en eind 1979 eigen onderzoekslijn gestart in Groningen. De eerste jaren me beziggehouden met experimenten aan hersenen en metabolisme, vetzucht en diabetes, in samenwerking met Anton Steffens. In 1981 deed ik nog een tweede postdoc aan dit onderwerp aan de Universiteit van Toyama in Japan. Een bijzondere ervaring met blijvende contacten.

Eind jaren 80 kreeg ik de kans mijn eigen groep op te zetten in Groningen en volgde ik mijn belangstelling voor de Neurobiologie van leren en geheugen. In die tijd was de moleculaire biologie sterk in opkomst en dat heeft mijn onderzoek ook sterk beïnvloed. In de loop van de jaren kreeg mijn neurobiologische onderzoek in toenemende mate een biomedisch karakter en kwam het accent meer te liggen op afbraak van het zenuwstelsel (‘neurodegeneratie’) en bescherming daartegen. Daaruit ontwikkelde zich dan ook de belangstelling voor de ziekte van Alzheimer en veroudering van het brein. Twee aspecten kregen daarbij de meeste aandacht: de moleculaire processen van eiwitaggregatie van het bekende beta-amyloid als oorzaak van Alzheimer, en de neuropathologie van Alzheimer en hersenvasculatuur. Naast het onderzoek heb ik natuurlijk ook het nodige onderwijs gegeven aan bachelor- master- en promotie studenten Biologie, Levenswetenschappen en Medische Biologie. Samen met collega’s uit de medische faculteit werd in de jaren 80 de opleiding medische biologie opgezet, die zich in grote populariteit mag verheugen.

In 1995 werd ik benoemd tot hoogleraar in de Moleculaire Neurobiologie met medebenoeming in de Biologische Psychiatrie, een functie die ik heb vervuld tot mijn pensionering in juni 2013.

Persoonlijke informatie

Tot mijn verrassing ben ik op 29 april 2011 koninklijk onderscheiden en mag ik me Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw noemen. Daarnaast ontving ik op 15 november 2013 een eredoctoraat van de Semmelweis Universiteit in Budapest. Dit laatste waarschijnlijk als waardering voor de langdurige en intensieve samenwerking met Hongaarse universiteiten en opleiding Hongaarse studenten en promovendi.
 

 

Terug naar home
Bezoeken
Bezoekers
© webmaster: Eke van Batenburg