Ik wilde mijn hoofdvak in de plantenfysiologie doen, maar door mijn eigenwijsheid en geringe levenservaring kwam ik daar in conflict met de betreffende hoogleraar. Gelukkig ving Jan Wolters, de docent voor scheikunde-voor-biologen, mij op. Hij had me al eerder gestimuleerd om in mijn vrije tijd in zijn laboratorium te werken, en nu gaf hij mij de gelegenheid om naar scheikunde omtezwaaien. Biochemie kon ik ook vanuit die vooropleiding doen. Maar ook bij het tentamen biochemie was ik gewoon te naïef. Uiteindelijk duurde het heel lang voordat ik mijn candidaats biologie en doctoraal scheikunde had.
Ik was nu met Anky Fokker getrouwd, had een huis met een hypotheek en spoedig drie kinderen: Ishtar, Tanja (nu Tyler) en Frank. Ik moest dus geld verdienen, maar alleen maar werken bevredigde mij niet. En zo brak de tijd aan dat ik in mijn vrije tijd buiten-promovendus godsdienstwetenschappen bij Prof. Lammert Leertouwer werd en mijn proefschrift schreef, dat ik in 1986 verdedigde. Na weer een reorganisatie stond ik echter op straat.
Korte tijd werkte ik als freelance systeemanalist en programmeur, totdat er -op mijn verjaardag 1999- een e-mailtje
kwam met de vraag of ik geen zin had om als rituaal-specialist aan de universiteit van Heidelberg te komen werken.
Mijn vrouw en kinderen wilden niet mee, en zo verhuisde ik in 2000 alleen naar Heidelberg,
waar ik sindsdien de positie van buitengewoon hoogleraar heb aan het Institut für Religionswissenschaft (IRW).
Het eerste project waaraan ik verbonden was ging over de godsdienst van Zarathustra, een hoog geritualiseerde godsdienst.
Ik was echter in 1971 al Vrijmetselaar geworden en mijn voorsteller daar, Pieter Hendrik Pott,
was één van de kopstukken van het Nederlandse wetenschappelijke onderzoek van de Vrijmetselarij.
Dit interesseerde mij zeer, en toen er vervolgens in Heidelberg een groot projectprogramma over
de dynamiek van ritualen van start ging kreeg ik de kans om van deze hobby mijn werk te maken.
Ik deed eerst een onderzoeksproject over een bepaalde vorm van Vrijmetselarij voor vrouwen (de zogenaamde Adoptie-Ritus),
en toen een project over de ritualen van een aan de Vrijmetselarij verwante "friendly society", de Independent United Order of Mechanics.
Inmiddels ben ik met emeritaat en geef ik geen onderwijs meer, maar onderzoek doen en publiceren kan ik niet laten, en zo ben ik nog steeds officieel als (onbezoldigd) stafmedewerker verbonden aan het IRW.
Sinds 2009 woon ik samen met Petra Genannt, met wie ik in 2011 getrouwd ben.
Bij Petra werd eind 2013 keelkanker geconstateerd. De therapie was heel zwaar, maar inmiddels is ze al ongeveer een jaar kanker-vrij.
Op het moment leven we toe naar het overlijden van haar hoog-demente en ook lichamelijk zieke moeder van 88 jaar
(kort na het schrijven op 1-10-2015 overleden).
Maar er zijn ook mooie kanten aan het leven: we hebben naast onze woning in Heidelberg een tweede woning in Marbella (Spanje) met een golfclub om de hoek. Met name daar is het gemakkelijk om het leven te genieten.