Leidse Biologen 1965

Marien van Nierop-Caudri

Belangstelling voor biologie

Ik ging biologie studeren, niet omdat ik daar een onvoldoende voor had op mijn eindexamen, maar omdat practicum biologie en tekenen mijn voorkeurs vakken waren op school. En in Leiden omdat dat in de familie zat, vader en tante waren mij hierin voorgegaan, dus ook deze appel viel niet ver van de boom.

Studie

Ik kwam kersvers uit Frankrijk, had mijn hele school (vanaf dat ik 6 was) in het frans gedaan. Heeft iemand van jullie dat eigenlijk gemerkt? Wat ik er nog van weet is dat het me geholpen heeft bij het tentamen Wolvenkamp 1, omdat ik niet op bepaalde woorden kwam en de Prof het wel gaaf vond om het in het frans te begrijpen. Verder bleek ik, zeker het eerste jaar, alle colleges zuiver fonetisch opgeschreven te hebben, een praktische oplossing.

De studie vond ik fijn, vooral plantensystematiek, maar fysische chemie blijft onbegrijpelijk !

De Diëscommissie onder leiding van Onno de Vries (44ste Diës, 1967) is levensbepalend voor mij geweest, want daardoor heb ik Kees van Nierop, mijn echtgenoot, ontmoet. Hij maakte de film die onze signatuur zou worden. En natuurlijk ontwikkelde ik ook organisatorische en administratieve vaardigheden.
Doordat wij trouwden voordat ik afgestudeerd was, heb ik er wat meer jaren dan strikt noodzakelijk over gedaan; daarna nog wat les gegeven aan de Havo-top van de Pabo in Oegstgeest totdat Kees gepromoveerd was.

Langzaamaan bleken wij beiden geïnfecteerd te zijn met het 'buitenland' virus, zo zelfs dat wij een vakantie naar Perzië ondernamen; veel informatie over het land was er niet, maar laat nu toevallig een goede vriend van mijn ouders (uit mijn vader's FAO tijd) in Teheran gestationeerd zijn voor de UN om daar het toerisme op gang te krijgen. Het werd dus eerst vliegen en bij hem informatie inwinnen. Bij dit gezellige en nuttige bezoek werd door onze gastheer de mogelijkheid van internationaal werk benadrukt, via DITH in Den Haag, maar Kees dacht dat ze bij de UN niet zon behoefte hadden aan chemici.

Werkzaamheden

Terug in Nederland toch maar wat info gevraagd want na een promotie moet wel een baan gezocht worden. Het werd met onverwachte vaart een sollicitatie, een gesprek en een baan, bij UNESCO en in Islamabad ! Na een vreugdedansje zijn we eerst eens gaan opzoeken waar dat dan wel wezen mocht. Dat hoef je vandaag niemand meer uit te leggen, helaas is het bekend geworden om alle verkeerde redenen.
Wij hebben daar twee fantastische jaren gehad: prachtig land,in het zuiden een beetje te warm voor ons maar in Islamabad goed uit te houden. Soms brachten de berghellingen van de Himalaya verkoeling in het weekend. Marghalla Hills, Swat valley, Murree, allemaal mooie herinneringen.
Zowel in Pakistan zelf als in de landen er omheen hebben we veel mooie dingen gezien; Lahore, Karachi, Peshawar, en Quetta, maar ook in Afghanistan Kabul, Mazar-i-sharif en de huizenhoge Bhoedda beelden van Bamyan, die er nu niet meer zijn en een tocht door het noorden van India, Kashmir, en Nepal.

Ook genoten wij van de boeiende buitenlandse gemeenschap en van onze bijzondere Pakistaanse buren waar we veel van geleerd hebben. Om kennis te maken belde deze buurvrouw om 11 uur aan, met een breiwerkje onder de arm: "volgens mij drinken jullie op deze tijd een kopje koffie, toch?". Goede moslims en zij ook nog eens een goede kok die ons ook les gaf. Hiermee was dan ons predikaat "buitenland reizigers" bezegeld, of misschien alleen maar verlengd? Van werken kwam daar voor mij niet veel, wat privé franse les geven en een Summer School "werken met textiel" helpen begeleiden, alles voor de leeftijd 6-12 jaar.

Wij hebben ons daar wel toegelegd op een biologische opdracht van 9 maanden, want ons eerste kind, Ellen, werd in Rawalpindi geboren; dat is de grote, volle, slordige oudere stad vlakbij, want Islamabad had toen nog niet zo veel: wel regeringsgebouwen, maar geen moskee, geen ziekenhuis, geen echt hotel, alleen wat woonwijken en marktjes en natuurlijk de Universiteit waar Kees als Associated Expert de faculteit Chemie een handje heeft geholpen.

Maar ja, na twee jaar was het projectpotje op en kwamen we zonder baan weer terug in Nederland. In Oktober. Zes weken geen zon en veel regen. Hoe houd ik dit uit?
Kees wilde ondertussen de meer organisatorische kant op en niet bij de grote firmas weer in de research afdeling terecht komen. Gelukkig vond hij een baan bij Volker (later Volker Stevin, maar toen nog niet). Dat werk was wel in Jubail, Saoedi-Arabië, en voor een half jaar...het was tenminste iets, en ik heb hem verzekerd dat hij ons, mij en de 1 jaar oude Ellen, voor 6 maanden overal mee naar toe kon krijgen, want dat vliegt voorbij. Het werd echter anderhalf jaar, omdat Kees het verlangde werk blijkbaar uitstekend deed.
Het is een ervaring die ik niemand kan aanraden; we woonden in een Compound, dat wil zeggen in een enorme zandvlakte met prefab huisjes en een hoge muur er omheen. In het begin voelde ik me opgesloten, maar al gauw vond ik die muur zelfs prettig en voelde ik me alleen dààr veilig. En Kees ging natuurlijk wel dagelijks, zelfs 6 dagen per week, naar "buiten". Later heeft hij wel eens gesteld dat hij daar net zo veel heeft geleerd als in 5 à 6 jaar in het normale bedrijfsleven. Een ware crash-course dus, waar we gelukkig op tijd uit vertrokken, want onze zoon Ernst was op komst. Hij neemt het ons wel kwalijk dat hij "gewoon" in Rotterdam geboren is! Daar werkte Kees eerst bij Personeelszaken, toen bij Strategic Planning, en daar bleek zijn hart toch wel te liggen.

Door veranderingen aan de top besloot hij dat het tijd werd om iets anders te zoeken en dat werd AKZO, afdeling Industriële Garens, dus in de ENKA hoek. Hierdoor verhuisden wij richting Arnhem, waar we in Doorwerth neer streken op de plek waar we nu nog steeds, of beter gezegd weer, wonen. Het huis is in de loop der jaren onherkenbaar verbouwd- verbeterd natuurlijk- en de plek blijft uniek.

Na vier jaar Market Research vroegen ze naar de leeftijd van onze kinderen... de ervaring leert dat er dan iets in het buitenland wacht. Laat dat nu net in Zuid Amerika zijn, een werelddeel wat wij nog niet kenden en waar ik eindelijk spaans zou kunnen leren ! Kees werd Managing Director van de joint venture ENKADOR, een polyesterfilament fabriek in Ecuador. Weer heel iets anders, en sinds de start van de fabriek, acht jaar ervóór, in de rode cijfers, dus werk aan de winkel. Ecuador, op de kaart piepklein maar zó vol moois ! Dat werden vier heel mooie jaren met als toppunt voor biologen: de Galápagos Eilanden. Bij ons eerste bezoek aldaar bleken er veel nederlandse biologiestudenten een tussenjaar te nemen, zo na hun Kandidaats, om op de Eilanden te gidsen. Als je je daar voor een jaar aan verbond dan werd de opleiding gratis. Het strekt Kees zeer tot eer dat hijzelf aan mij voorstelde om die cursus van 5 weken te gaan volgen, als ik daar voor voelde. Voor voelde ?
Het was heerlijk om hier volledig en op niveau weer met biologie-termen en -begrippen aan de gang te gaan. De "studenten" waren meest buitenlanders, want je moest minstens spaans en engels spreken, en bijzonder weinig biologen. Een rare verzameling, sommigen extreem natuurbehoudend, anderen gesjeesde medici of in het algemeen gedesillusioneerden. Biologische begrippen die vaak zorgvuldig uitgelegd moesten worden, gingen er bij mij in als koek; dat voelde goed. Maar 5 weken op 1 eiland, op 1 plek, zonder telefoon, met achterlating van echtgenoot en twee koters, dat viel toch ook niet mee. Bij thuiskomst gaf ik me op als "invalster", ik woonde perslot dichtbij, in Quito, maar ik ben nooit opgeroepen.

Onlangs hebben wij de Eilanden nog een keer bezocht, met een groep vrienden die allemaal met mij als gids dit wilden beleven. Maar mijn gidsen Brevet was maar 3 jaar geldig, omdat er daar zo veel onderzoek gaande is dat de stand van wetenschap steeds bijgesteld moet worden. Natuurlijk kon ik alles wat de gids vertelde herhalen of nog eens uitleggen. Wel hadden wij gesteld: geen Galápagos Eilanden zonder de rest van Ecuador, want behalve deze trekpleister heeft het land ook nog indrukwekkende jungle en fascinerende regenwouden, het houdt nooit op boeiend te zijn, ook qua mensen en verschillende culturen. Het werd voor iedereen een onvergetelijke reis. Een aanrader !

De kinderen gingen naar de Amerikaanse Internationale School, leerden dus eerst engels maar gaandeweg natuurlijk ook spaans, zoals wij allemaal. Ook hier verhuisden wij weer. Na eerst op de flank van de Pichincha gewoond te hebben, met prachtig uitzicht over de stad en de besneeuwde vulkanen, daalden wij de vallei in naar Cumbaya, waar het weer gewoon beduidend beter was en de jeugd veel langer buiten kon spelen na school. Ondertussen was het bedrijf weer gezond gemaakt en uitgebreid en wilde AKZO het niet meer verkopen.

Maar Kees werd weer onrustig, klus geklaard en dus: what's next? Toen werd hij Directeur AKZO Belgi�, met ineens alle Divisies die in dat land opereren, en dus vertrokken wij naar...Brussel. Dat is weliswaar dichter bij huis maar op heel veel verschillende manieren géén Nederland. Ook hier voelden wij ons als een vis in het water, hadden ook snel contact met Belgen, nog steeds trouwens, en hoopten hier echt lang te kunnen blijven. Eerst een huis gehuurd, toen toch iets gekocht, kortom weer 2x een verhuizing. De kinderen konden terecht op de engelse afdeling van de Europese School in Ukkel, wij vonden het prettiger ze niet van werktaal te laten veranderen en het (franstalige) Hoofd van deze school vond het prachtig: kinderen die nederlands en engels en spaans spreken, en de moeder die deze plaatsing in het frans komt vragen! Wij waren het voorbeeld van een echt "europees" gezin...
Na drie jaar alweer kwam het verzoek aan Kees om naar Industrial Chemicals over te schakelen, in Hengelo, gewoon in Nederland. Wij vonden het jammer, maar ons huis in Doorwerth was net weer vrij van huurders en Arnhem had ondertussen een International School gekregen, dus veel tegenargumenten hadden we niet. Voor de kinderen was het ook goed, voor het eerst gingen zij nu zelf op de fiets naar school, wat toch een grotere vrijheid maar zeker ook meer verantwoordelijkheid met zich mee brengt. Ze werden weer even "Hollands". Een 7 jaar verhuurd huis is eigenlijk je huis niet meer, dus werd er lang en uitgebreid verbouwd. Nu is het helemaal naar onze zin en, hoewel Kees ook nog 7 jaar in Manchester heeft gewerkt voor de Joint Venture Akcros (hetgeen dit keer werd voorgesteld als 2-jarig), zijn we dan eindelijk niet meer verhuisd. Want als men míj vraagt wat ik met mijn leven heb gedaan, dan denk ik toch het meest aan verhuizen. Wel met de daarbij behorende zaken om zowel echtgenoot als kinderen ongestoord te laten werken en zich verder te ontplooien.

Persoonlijke informatie

Dan zijn we nu zo'n beetje aangekomen bij NU:
Kees heeft op 55jarige leeftijd een reguliere baan gedag gezegd en heeft het sindsdien nog altijd behoorlijk druk, maar niet meer voor een baas.
De kinderen hebben hun International Baccalaureat gehaald in Arnhem, daarna is Ellen Diergeneeskunde gaan studeren in Gent, België.
Ernst is een jaar als Rotary Exchange Student naar Australië geweest voordat hij Technische Natuurkunde ging studeren in Enschede.
Ellen heeft na haar studie een jaar vrijwillig gewerkt in Natuurparken en opvangcentra in Kenya, Australië, Tokyo en Ecuador. Toen zij daar weer landde, na 12 jaar, voelde zij er zich meteen "eindelijk weer thuis". Zij zocht en vond daar een baan als dierenarts, kleine huisdieren, want helaas is er in opvangcentra geen droog brood te verdienen. Zij woont er nu alweer 14 jaar, heeft daar haar ecuadoriaanse echtgenoot ontmoet en ze hebben samen een eigen kliniek, een dépendance daarvan aan huis en een honden- en kattenhotel. Gelukkig blijft zij tegenwoordig wat van de wereld zien, dankzij haar functie in het Bestuur van de WSAVA (World Small Animal Veterinary Association), die overal vergadert en congressen organiseert. Ze vliegt dan vaak over Schiphol, en dat vinden wij heel prettig!
Ernst studeerde cum laude af op Stromingsleer en werkte een jaar op de chloorfabriek van AKZO in Rotterdam. Een aanbod om in Harvard te komen promoveren kon hij echter onmogelijk naast zich neer leggen, en dus vertrok hij naar de US. Daar woont hij nu alweer ruim 10 jaar, eerst bij Boston en nu in de San Francisco Bay Area, Californië. Hij heeft eerst gewerkt bij een firma die een groot CO2 sequestratie project had, maar nu gaat hij meer richting 3D printen. Hij is met een mexicaanse getrouwd, dochter van ëën van de hoogleraren van de Universidad de San Luis Potosi, waar Ernst zijn buitenlandse stage heeft gedaan.
Zij hebben 2 kinderen, een dochter en een zoon, die wij dus niet zo heel erg vaak zien, helaas. Maar dat schijnen wij aan onszelf te danken te hebben, we hebben ze in het buitenland opgevoed en dan loopt dat zo.

Wat mijzelf betreft, ik vind mezelf een uitgesproken "huis", "tuin", en "keuken" "vrouw", als je begrijpt wat ik bedoel. Met twee kinderen in heerlijke, maar verre, oorden en een 100-jarige moeder in Zwitserland, zijn we soms echt blij om eens een paar maanden thuis te zijn. Dan is het weer de beurt aan ons sociaal leven en natuurlijk heb ik ook mijn "clubjes": tuinclub, wijnclub en discussieclub, om er een paar te noemen. Ook voor onze gezondheid doen wij het wat rustiger aan, Kees heeft soms last van onregelmatige hartslag (boezemfibrilleren) en van jicht. Ik heb nu 2 nieuwe heupen en heb 3 jaar geleden een longembolie overleeft, na een lange vlucht met een onopgemerkte trombose. Kortom, het gaat ons goed en we houden van genieten, maar worden soms teruggefloten en houden daar nu meer rekening mee.
Zoals wij allemaal, wellicht? Na 50 jaar....

 

 

Terug naar home
Bezoeken
Bezoekers
© webmaster: Eke van Batenburg